Home
In de huidige tijd van economische crisis houden bedrijven de hand op de knip. Er is weinig ruimte voor investering, terwijl het eisenpakket van de klant gewoon gestaag blijft groeien: De interface moet de Office 2010 look hebben; toegang via het internet is passé, de gegevens moeten op de iPhone en de iPad beschikbaar zijn, da’s veel handiger; en last but not least: het moet natuurlijk wel snel zijn.
Het leeuwendeel van de Progress applicaties die momenteel in de markt draaien zagen 10 tot 15 jaar geleden het levenslicht en zijn gebouwd volgens de toen gangbare Client-Server architectuur.
Naar huidige maatstaven echter zijn dit monolitische constructies omdat de code die de user interface aanstuurt onlosmakelijk verweven is met de code die de business logic afhandelt.
Tja, het is achteraf zo makkelijk praten, net zoals we nu meewarig glimlachen om de uitspraak van Thomas J. Watson, president van IBM uit 1943: “I think there is a world market for maybe five computers”.
Maar er is licht aan het einde van de tunnel want ook de Progress wereld heeft niet stil gestaan; de 4GL is uitgebreid en de Windows95 look and feel is vervangen door .NET.
De belangrijke veranderingen komen echter van de nieuwe OpenEdge frameworks, zoals iMo, OF-1, SmartComponent Library en XE-Files. Ze bieden uiteraard allemaal een scheiding van user interface en business logic maar de echte doorbraak is het eenmalig ontwerpen van de user interface waarna deze bijna kan worden gegenereerd als een .NET interface voor de GUI, een webinterface op basis van Ajax of Java of een mobile app voor de SmartPhone, iPhone of iPad.
